Veel rechtsgeleerden hebben reeds de pen ter hand genomen rond de wijze waarop de XIIde kamer van de Raad van State de Labonorm-leer toepast. Dit duidt op een mogelijke onduidelijkheid of instabiliteit ter zake. Dit komt ten nadele van zowel inschrijvers op overheidsopdrachten/concessies als aanbestedende overheden, maar ook van de rechtspraktizijn die de belangen van zijn cliënt dient te behartigen.
Jorien Van Belle heeft daarom, samen met Kris Wauters, getracht enige duidelijkheid te scheppen omtrent dit complex vraagstuk. Hun bijdrage heeft tot doel de draagwijdte van de Labonorm-leer, in het licht van de navolgende en meest recente rechtspraak van de XIIde kamer, uit te leggen. Voorts hebben zij de Labonorm-leer aan een toetsing met het EU-recht en het fundamenteel recht van elke burger op toegang tot de rechter onderworpen.
Lees er alles over in het juridisch tijdschrift Marchés et Contrats publics/Overheidsopdrachten en -Overeenkomsten, 2021/1, pp. 11-27.